zondag 16 november 2025 om 09.30

themadienst: "Simson"
Voorganger(s): Ds. P.G. Oskamp uit Waverveen




Inleidende muziek

Afkondigingen 

OTH 134 Als de hemel openbreekt (De wind steekt op)
Als de hemel openbreekt,
het huis vervult met vrede,
zal de adem van uw Geest
ons met zijn kracht bekleden.

Wek ons tot leven en wakker ons aan:
zet ons in vuur en in vlam.
Breng een herleving en moedig ons aan:
Heer, maak ons helemaal nieuw!

(refrein)
De wind steekt op, de wind steekt op;
waar zij waait leeft uw kerk weer op.
Het vuur laait op, het vuur laait op:
een vuur van liefde voor God!

Als uw heilig vuur ontsteekt,
als antwoord op ons bidden,
is de kracht die ons ontbreekt
aanwezig in ons midden.

Wek ons tot leven en wakker ons aan:
zet ons in vuur en in vlam.
Breng een herleving en moedig ons aan:
Heer, maak ons helemaal nieuw!

(refrein)

Wek ons tot leven en wakker ons aan:
zet ons in vuur en in vlam.
Breng een herleving en moedig ons aan:
Heer, maak ons helemaal nieuw!

De wind steekt op, de wind steekt op;
Waar zij waait leeft uw kerk weer op.
Het vuur laait op, het vuur laait op:
De wind steekt op, de wind steekt op;
Waar zij waait leeft uw kerk weer op.
Het vuur laait op, het vuur laait op:
een vuur van liefde voor God!
 
Stil gebed, votum en groet
 
Psalm 47 vers 1 en 4 
Juicht, o volken, juicht,
handklapt, en betuigt
onzen God uw vreugd,
weest te zaâm verheugd,
zingt des Hoogsten eer,
buigt u voor Hem neer.
Alles ducht Zijn kracht,
alles vreest Zijn macht,
Zijne majesteit
maakt haar Heerlijkheid,
over 't rond der aard',
wijd en zijd vermaard.

Zingt des Hoogsten eer,
opdat ieder leer',
hoe Hij heerst alom
over 't heidendom;
hoe Hij van Zijn troon
geeft Zijn rijksgeboôn,
daar het al voor bukt.
Eed'len, gans verrukt,
nu hun 't Godd'lijk licht
straalt in 't aangezicht,
delen in ons lot,
eren Abrams God.
 
Tien geboden ( Romée Kemkes )

OTH 1 Welzalig de man, die niet wandelt
Welzalig de man, die niet wandelt
in de raad der goddelozen.
Die niet staat op de weg der zondaars,
noch zit in de kring der spotters,
maar aan des Heren wet
zijn welgevallen heeft.
En diens wet overpeinst
bij dag en bij nacht.
Want hij is als een boom
geplant aan waterstromen.
Die zijn vrucht geeft op tijd,
welks loof niet verwelkt, alles gelukt.

Gebed

Schriftlezing uit HSV: Richteren 13: 1-5, 24-25 en 16: 4-6, 15-31 
(Attie van de Kraats)


Richteren 13: 1-5 en 24,25
De geboorte van Simson
1 Maar de Israëlieten deden opnieuw wat slecht was in de ogen van de HEERE. Daarom gaf de HEERE hen over in de hand van de Filistijnen, veertig jaar lang.
2 En er was een man uit Zora, uit het geslacht van de Danieten, en zijn naam was Manoach. Zijn vrouw was onvruchtbaar en had geen kinderen gebaard.
3 Toen verscheen er een Engel van de HEERE aan deze vrouw, en zei tegen haar: Zie toch, u bent onvruchtbaar en hebt geen kinderen gebaard. U zult echter zwanger worden en een zoon baren.
4 Welnu dan, wees toch op uw hoede dat u geen wijn of sterkedrank drinkt, en eet niets onreins.
5 Want zie, u zult zwanger worden en een zoon baren. En er mag geen scheermes op zijn hoofd komen. Want het jongetje zal van de moederschoot af als nazireeër aan God gewijd zijn, en hij zal beginnen Israël te verlossen uit de hand van de Filistijnen.
24 Daarna baarde deze vrouw een zoon en zij gaf hem de naam Simson. Het jongetje werd groot en de HEERE zegende hem.
25 En de Geest van de HEERE begon hem aan te vuren in Mahane-Dan, tussen Zora en Esthaol.

Richteren 16: 4-6 en 15-31
Simson en Delila
4 Daarna gebeurde het dat hij een vrouw in het Sorekdal lief kreeg, en haar naam was Delila.
5 En de stadsvorsten van de Filistijnen kwamen naar haar toe en zeiden tegen haar: Verleid hem en zie waarin zijn grote kracht ligt en waarmee wij hem aankunnen. Dan binden we hem vast om hem te bedwingen. Wij zullen u dan elk elfhonderd zilverstukken geven.
6 Toen zei Delila tegen Simson: Vertel mij toch waarin je grote kracht ligt en waarmee je vastgebonden zou kunnen worden om je te bedwingen.

15 Daarop zei zij tegen hem: Hoe kun je zeggen: Ik heb je lief, terwijl je hart niet met mij is? Je hebt mij nu drie keer bedrogen en mij niet verteld waarin je grote kracht ligt.
16 En het gebeurde, toen zij alle dagen zo met haar woorden bij hem aandrong en hem lastigviel, dat zijn ziel het niet langer verdragen kon, tot stervens toe.
17 Toen vertelde hij haar alles en zei tegen haar: Er is nooit een scheermes op mijn hoofd gekomen, want ik ben als nazireeër aan God gewijd, van mijn moeders buik af. Als ik geschoren zou worden, dan zou mijn kracht van mij wijken en zou ik zwak worden, en als alle mensen zijn.
18 Toen Delila nu zag dat hij haar alles verteld had, stuurde zij een bode en liet zij de Filistijnse stadsvorsten roepen, en zei: Kom ditmaal hierheen, want hij heeft mij alles verteld. En de Filistijnse stadsvorsten kwamen naar haar toe en brachten het geld mee.
19 Daarna liet zij hem op haar knieën slapen, riep een man en liet hem de zeven haarlokken van zijn hoofd afscheren. En zij begon hem te vernederen en zijn kracht week van hem.
20 En zij zei: De Filistijnen over je, Simson! Hij ontwaakte uit zijn slaap en zei: Ik zal net als de andere keren vrijkomen en hen van mij afschudden. Hij wist namelijk niet dat de HEERE van hem geweken was.
21 Toen grepen de Filistijnen hem en staken hem de ogen uit. En zij voerden hem af naar Gaza en bonden hem met twee bronzen kettingen. En hij maalde meel in de gevangenis.
22 Maar het haar van zijn hoofd begon weer te groeien, zoals toen hij geschoren werd.
23 En de Filistijnse stadsvorsten verzamelden zich om een groot offer te brengen aan hun god Dagon en om vrolijk te zijn. En zij zeiden: Onze god heeft onze vijand Simson in onze hand gegeven.
24 En toen het volk hem zag, prezen zij hun god, want zij zeiden: Onze god heeft onze vijand in onze hand gegeven: de man die ons land verwoest heeft, en die onze gesneuvelden talrijk heeft gemaakt.
25 En het gebeurde, toen hun hart vrolijk was, dat zij zeiden: Roep Simson en laat hem ons vermaken. En zij riepen Simson uit de gevangenis en hij vermaakte hen. En zij lieten hem tussen de pilaren staan.
26 Toen zei Simson tegen de jongen die hem bij de hand hield: Laat mij gaan en laat mij de pilaren betasten, waarop het huis gevestigd is, zodat ik daartegen kan leunen.
27 Nu was het huis vol mannen en vrouwen. Ook waren alle Filistijnse stadsvorsten daar. En op het dak waren ongeveer drieduizend mannen en vrouwen, die toekeken terwijl Simson hen vermaakte.
28 Toen riep Simson tot de HEERE en zei: Heere, HEERE! Denk toch aan mij en maak mij toch alleen nog deze keer sterk, o God, zodat ik me met één slag op de Filistijnen kan wreken voor mijn twee ogen.
29 En Simson greep de twee middelste pilaren, waarop het huis gevestigd was en waarop dat steunde: de ene met zijn rechterhand en de andere met zijn linkerhand.
30 Vervolgens zei Simson: Moge mijn ziel sterven mét de Filistijnen! Hij boog zich met kracht en het huis viel op de stadsvorsten en op al het volk dat daarin was. En de doden die hij in zijn sterven heeft gedood, waren talrijker dan die hij in zijn leven gedood had.
31 Toen kwamen zijn broeders en heel zijn familie en zij namen hem op, voerden hem mee en begroeven hem tussen Zora en Esthaol, in het graf van zijn vader Manoach. En hij had twintig jaar als richter leiding gegeven aan Israël.

Simson (uit alles wordt nieuw)
(refrein)
Simson, Simson, alle Filistijnen
verdwijnen, verdwijnen als jij komt! (2x)

Simson met je lange haren,
niemand kan jou evenaren.
Simson wat is jouw geheim?
Niemand krijgt je klein!

(refrein)

Toen een leeuw kwam aangeslopen,
ben je niet hard weggelopen.
Zonder zwaard en zonder speer
sloeg jij hem terneer.

(refrein) 

Bij de vijand opgesloten, 
brak je alle poorten open,
en je nam ze op je rug:
haal ze maar terug!

(refrein) 

Niemand durft jou uit te dagen,
duizend man heb jij verslagen,
duizend mannen sloeg jij raak,
met een ezelskaak.

(refrein)

Simson met je lange haren,
Niemand kan jou evenaren.
Als je waakt bij jouw geheim,
krijgt geen mens je klein.

(refrein)

Inleiding op het thema: “ Simson ” (Gerrit Arendonk)

Collectes:
1e Diaconie
2e Kerk
 
Psalm 33 vers 5 en 9
Geen ding geschiedt er ooit gewisser
dan 't hoog bevel van 's HEEREN mond:
Zijn Godd'lijk' almacht spreekt, en 't is er,
Zijn wil gebiedt, en 't wordt terstond.
Schoon de heid'nen samen
list op list beramen,
God verbreekt hun raad;
schoon de mogendheden
snood’ ontwerpen smeden,
Hij belacht haar haat.

Het briesend paard moet eind'lijk sneven,
hoe snel het draav' in ’t oorlogsveld,
't kan niemand d' overwinning geven,
zijn grote sterkte baat geen held.
Neen, de HEER’ der heren
doet ons triomferen;
Hij, geducht in macht,
slaat elk gunstig gade,
die op Zijn genade
in benauwdheid wacht.

Verkondiging met het thema: “ Simson ”

WK 445 Ik bouw op U
Ik bouw op U,
mijn Schild en mijn Verlosser.
Niet eenzaam ga
ik op de vijand aan.
Sterk in uw kracht,
gerust ik uw bescherming.
Ik bouw op U en ga in uwe naam

Gelovend ga ik,
eigen zwakheid voelend.
En telkens weer
moet ik uw kracht verstaan.
Toch rijst in mij
een lied van overwinning.
Ik bouw op U en ga in uwe naam. 

Ik bouw op U,
mijn Schild en mijn Verlosser.
Gij voert de strijd,
de huld’ is U gewijd.
In ’t laatste uur
zal ‘k zegevierend ingaan                            2x
in rust met U die mij hebt voortgeleid. 

Dankgebed en voorbeden
 
Psalm 138 vers 2 en 4 (staande)
Door al Uw deugden aangespoord,
hebt Gij Uw woord
en trouw verheven.
Gij hebt mijn ziel op haar gebed
verhoord, gered,
haar kracht gegeven.
Al 's aardrijks vorsten zullen, HEER’,
Uw lof en eer
alom doen ho – ren,
wanneer de rede van Uw mond
op 't wereldrond
hun klinkt in d' oren. 

Als ik, omringd door tegenspoed,
bezwijken moet,
schenkt Gij mij leven.
Is 't, dat mijns vijands gramschap brandt,
Uw rechterhand
zal redding geven.
De HEER’ is zo getrouw als sterk,
Hij zal Zijn werk
voor mij volen – den.
Verlaat niet wat Uw hand begon,
o Levensbron,
wil bijstand zenden.

Zegen

OTH 530 Je hoeft niet bang te zijn
Je hoeft niet bang te zijn.
al gaat de storm tekeer,
leg maar gewoon je hand
in die van onze Heer.

Je hoeft niet bang te zijn, 
als oorlog komt of pijn.
De Heer zal als een muur
rondom je leven zijn.

Je hoeft niet bang te zijn,
al gaan de lichten uit.
God is er en Hij blijft,
als jij je ogen sluit. 

Na de dienst is iedereen van harte welkom in het Kerkelijk Centrum om elkaar te ontmoeten met een kopje koffie, thee of fris!

Mocht u vragen, tips of tops hebben? Mail gerust naar Themadienst@hervormdzijderveld.nl
 

terug
×